Baanreglement

1. Toepasselijkheid

  • Dit reglement is bestemd voor iedereen die gebruik maakt van de faciliteiten van de Valkenswaardse Golfclub zoals de golfbaan, het clubhuis en de oefenfaciliteiten (driving range, oefengreen en oefenbunker).
    Zonder handicap of baanpermissie heeft u een rode fotobadge en mag u alleen de oefenfaciliteiten gebruiken. Voordat u een groene fotobadge ontvangt en de golfbaan zonder begeleiding mag gebruiken, krijgt u een “introductie / begeleidingsronde” van een marshal en/of een ervaren lid. Zij wijzen u op diverse veiligheidsaspecten die samenhangen met het golfen op een openbaar sportpark. Ook wordt bij deze ronde aandacht besteed aan de gedragsregels.
  • Elke speler die de golfbaan gebruikt, neemt kennis van dit baanreglement en kent de golfregels zoals vastgesteld door de R&A en NGF. Bovendien bekijkt hij of zij ook de plaatselijke golfregels (local rules, zie website of kaartje in het clubhuis bij de scorekaarten) en tijdelijke plaatselijke regels (te vinden op de website en het mededelingenbord in de huiskamer). Tijdens het spel of het oefenen houdt de speler zich aan deze regels.
  • Wie de regels in dit baanreglement of de ‘plaatselijke regels’ niet nakomt, riskeert (tijdelijke) uitsluiting van het spelen.

2. Gedrag in de baan

  • Hoffelijk en sportief gedrag is vanzelfsprekend. De speler onthoudt zich van elk gedrag of elke uiting die medespeler(s), tegenstander(s), baanpersoneel en wandelaars/fietsers als hinderlijk kunnen ervaren. Hij of zij hanteert de etiquette zoals deze bij de golfsport is vastgelegd.
  • Een speler is op de hoogte van en gedraagt zich naar de regels zoals deze in het boekje “Spelerseditie van de Golfregels” van de NGF staan. Ook houdt de speler zich aan (tijdelijke) local rules.
  • Leden dragen een geldige ledenbadge met foto zichtbaar aan hun tas. Vraag bij verlies een nieuwe badge aan bij de ledenadministratie. Greenfeespelers dragen de greenfeekaart zichtbaar aan hun tas.
  • Het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het golfen is niet toegestaan, uitgezonderd in noodgevallen. Zet de telefoon uit of schakel  het geluid uit.
  • Afval en/of andere voorwerpen (bijv. gebroken tees) laat je niet achter; neem afval mee naar huis of deponeer het in een afvalbak.
  • Elke speler dient een pitchfork bij zich te dragen en indien nodig te gebruiken.
    Het is niet toegestaan te spelen in een flight van meer dan 4 personen.

3. Kledingvoorschrift

  • U dient in gepaste kleding deel te nemen aan het golfspel: polo met kraag, schoeisel dat de baan niet beschadigt. Een trainingspak is niet toegestaan.

4. Het plaatsen van golftassen en trolleys
Golfdraagtassen en trolleys staan ruim buiten de afslagplaatsen en greens. Ze staan zodanig dat ze op weg naar de volgende hole meteen kunnen worden meegenomen, zonder dat de speler voor de green langs hoeft te lopen en daardoor achteropkomende spelers kan hinderen.

5. Zorg voor de baan

5.1 Afslagplaatsen

  • Betreed een afslagplaats via de aangegeven weg.
  • Driving range ballen mogen uitsluitend op de driving range worden gebruikt.

5.2 Fairways

  • Leg altijd uitgeslagen plaggen terug en trap ze goed aan (ook in de semi-rough en de rough).
  • Loop alleen in uiterste noodzaak over “ground under repair” (blauwe paaltjes) en neem in dat geval de kortste weg.
  • Verniel nergens takken, struiken en/of jonge aanplant

5.3 Hindernissen

  • Stap een bunker in en uit aan de lage zijde. Hark een bunker altijd netjes aan. Zet de hark terug in de houder aan de buitenzijde van de bunker.

5.4 Greens

  • Beschadig greens niet met bijvoorbeeld de golftas, schoenen, zitstok, putter of vlag. Herstel altijd pitchmarks, die van jezelf en minimaal een andere.
  • Ontzie de randen en de directe omgeving van de hole.
  • Verlaat de green onmiddellijk nadat de hole is uitgespeeld.
  • Vul de scorekaart in op de afslagplaats van de volgende hole.
  • Loop of rijd niet met de trolley over de foregreens.
  • Wanneer er sprake is van wintergreens, is het spelen op de zomergreens niet toegestaan.

5.5 Route

  • Speel de holes in de volgorde van 1 naar 9 en van 10 naar 18.
    Het is toegestaan een ronde te starten op een andere hole dan hole 1 indien bij hole 1 enkele flights staan te wachten om te starten en er verderop vrije holes zijn. Daarbij laat je voldoende ruimte vrij achter je, zodat de flight die nu achter je loopt geen enkele hinder ervaart..

5.6 Driving range
Het is verboden ballen over de netten te slaan.

5.7 Specifieke holes
Het is verboden over het Ergon-terrein te slaan (hole 5).
Het is verboden de dijk tussen hole 5 en hole 6 te betreden.

6. Doorstroming
Een goede doorstroming in de baan is voor iedereen plezierig. Neem daarom de volgende regels in acht.

  • Speel “Ready Golf” (lees daarover meer in Teeshot 2023-1 of op de website van de NGF)
  • Speel altijd door, maar wacht met slaan totdat spelers vóór je buiten bereik zijn.
  • Zet een trolley bij de green altijd zo dicht mogelijk in de richting van de volgende tee.
  • Verlaat de green meteen als de hole is uitgespeeld.
    Let op de flight voor je én achter je.
  • Snellere flights (het aantal spelers in die flight doet er niet toe) moet je meteen doorlaten als jouw flight een achterstand van één hole of meer heeft op de flight voor je. De beste wijze van doorlaten is dat beide flights samen afslaan. De flight die wordt doorgelaten, speelt vervolgens de hole uit en de flight die doorlaat, wacht bij hun bal.

Begin je zonder pauze of na een korte toiletstop aan je tweede ronde dan heb je op hole 1 voorrang. Ook al staat de flight op hole 1 al compleet klaar maar kan die niet afslaan of heeft niemand ervan afgeslagen, dan moet die flight voorrang geven. Behalve als de flight startend op 1 al een flight komend van 9 voorrang gegeven heeft. Dan moet de flight komende van 9 de startende flight voor laten gaan en daarna zelf afslaan.
Het is zonder toestemming van de wedstrijdleiding niet toegestaan om tussen flights van een wedstrijd de baan in te gaan, ook al is de aansluiting verloren. De achterste flight van een wedstrijd hoeft geen flight door te laten.
In conflictsituaties heeft een hogere hole voorrang.
Spelers op hun eigen hole hebben altijd voorrang. Sla je een bal naar een andere hole, dan heb je daar géén standing (het recht van een speler om te zijn waar hij is op de golfbaan, inclusief de daarbij behorende voorrangsregel(s)). Indien je niet kunt overleggen met de flight op de andere hole om je bal te mogen spelen, wacht je op veilige afstand tot de spelers op die hole voorbij jouw bal zijn.

7. Zorg voor optimale veiligheid in de baan

7.1 Baanpersoneel

  • Baanpersoneel en marshals hebben altijd voorrang. Wanneer baanpersoneel onderhoudswerkzaamheden verricht op en rond de
    green, zullen zij als signaal daarvoor de vlag uit de hole nemen. Dan mag onder geen beding de desbetreffende green worden aangespeeld.
    Elders in de baan kan alleen worden doorgespeeld nadat het in de baan werkzame personeelslid daartoe een teken heeft gegeven.
    Greenkeepers in de baan en op de paden hebben altijd voorrang. Wacht met slaan van de bal op het signaal van de greenkeeper, als de greenkeeper binnen ‘balbereik’ is.

  • 7.2 Wandelaars en fietsers
    Wandelaars, fietsers en andere sporters op het sportpark hebben altijd voorrang.

  • 7.3 Medespelers
  • Ga niet te dicht bij een speler staan die gaat slaan. Ga nooit te ver naar voren en ga ook niet achter de speler in de lijn van de bal staan. Beweeg en praat niet als iemand gaat slaan.
  • Roep luid ‘fore!’ als je een bal hebt geslagen die mogelijk gevaar oplevert voor andere spelers in de baan. Bij twijfel áltijd roepen!
  • Volg altijd de instructies op die op de borden in de baan staan.
  • 8. Kinderen en honden
  • Het meenemen van baby’s, kleuters en jonge kinderen tijdens een golfronde is niet toegestaan, ook niet als ze in een kinder- of wandelwagentje zitten. Jeugdleden en jeugdspelers zijn uiteraard wel welkom.
  • Honden mogen niet op de golfbaan; alleen aangelijnd op de paden.

9. Let op elkaar en spreek elkaar aan
Zie je een golfer een overtreding maken, spreek hem of haar dan vriendelijk aan en leg uit wat de juiste wijze van handelen is.

10. Sancties
De volgende personen zijn gemachtigd om een sanctie op te leggen bij het constateren van een ernstige overtreding:

  • – marshals;
  • – wedstrijdleiding bij wedstrijden;
  • – bestuursleden van de vereniging.
    Wie de aanwijzingen van bovengenoemde personen niet opvolgt, of wie het baanreglement negeert, kan een straf krijgen. De sanctie is dan verwijdering van de golfbaan voor de rest van de dag.

Sancties worden gerapporteerd aan het bestuur. Het bestuur kan besluiten tot het opleggen van een verdergaande sanctie.
Bij ernstige overtredingen volgt altijd verwijdering van de golfbaan.
Hieronder vallen:

  • – het niet-gerechtigd spelen (baan gesloten, geen handicap of zonder begeleider met handicap, geen greenfee-incassomachtiging afgegeven, etc.);
  • – het moedwillig aanrichten van vernielingen;
  • – gevaarlijk spel (zich bij herhaling risicovol gedragen);
  • – misdragingen en het negeren van de normen voor spelersgedrag volgens Regel 1.2.

-z-o-e-k-t-e-r-m-e-n-: gedragsregels etiquette baanregelement gedragscode respect

Laatst bijgewerkt 2024-12-12